De aard van decentrale identiteit en het financiële speelveld
Decentrale identiteitsoplossingen (DID’s) staan aan de vooravond van een revolutie in de manier waarop we onszelf online legitimeren. Waar traditionele systemen vertrouwen op centrale autoriteiten, zoals overheden of grote techbedrijven, stelt DID individuen in staat om hun eigen data en bewijsstukken te beheren via cryptografische mechanismen. Dit is een enorme sprong voorwaarts op het gebied van privacy en digitale soevereiniteit. Echter, wanneer deze identiteiten worden ingezet in financiële contexten, zoals bij leningen, investeringen, of de overdracht van gedigitaliseerde activa, ontstaan er direct nieuwe fiscale en juridische vragen.
Fiscale complexiteit en de aard van vermogen
Het gebruik van een decentrale identiteit kan direct invloed hebben op hoe activa worden getraceerd en belast. In veel traditionele financiële systemen is de link tussen een persoon en een bezit duidelijk via een KvK-nummer of BSN. Bij DID’s wordt deze link gefragmenteerd en versleuteld. Dit maakt het moeilijker voor belastingautoriteiten om de precieze economische eigenaar van een activum, dat via een self-sovereign identity (SSI) wordt beheerd, vast te stellen.
Wanneer is een digitaal bewijs een belastbaar feit?
De kern van het fiscale vraagstuk ligt in de juridische kwalificatie van de digitale bewijsstukken die een DID genereert. Een digitaal certificaat dat eigendom aantoont (bijvoorbeeld van een tokenized aandeel of vastgoed), creëert een financiële waarde. Maar wanneer en hoe wordt de overdracht van zo’n bewijs fiscaal behandeld? Valt dit onder overdrachtsbelasting, inkomstenbelasting of vermogensbelasting? Zonder duidelijke richtlijnen riskeren gebruikers en financiële instellingen grote onzekerheid.
Daarnaast speelt de kwestie van jurisdictie. Een decentrale identiteit is per definitie grenzeloos. Wanneer een houder van een DID in land A woont en een transactie uitvoert met een partij in land B, beheerd via een blockchain infrastructuur die in land C draait, is het bepalen van de juiste belastingregels een enorme uitdaging. Dit vereist internationale samenwerking en de ontwikkeling van universele standaarden, wat in de praktijk vaak langzaam verloopt.
Het waarderen van decentrale identiteitscomponenten
Een ander cruciaal fiscaal knelpunt is de waardering. Veel DID-oplossingen werken met tokens (zoals Soulbound Tokens) of andere cryptografische sleutels die aan de identiteit zijn gekoppeld. Hoewel deze tokens op zichzelf misschien geen liquide marktwaarde hebben, vertegenwoordigen ze wel toegang tot financiële rechten of kapitaal. De vraag is of de fiscale waarde moet worden gekoppeld aan het onderliggende activum, of dat de DID-component zelf als een immaterieel activum in de belastingaangifte moet worden opgenomen. De huidige belastingwetgeving is vaak niet ingericht op deze nieuwe vorm van digitale eigendomsrechten.
Regulatoire stappen voorwaarts noodzakelijk
De verschuiving naar decentrale systemen is onvermijdelijk, gedreven door de behoefte aan meer privacy en controle over persoonlijke data. Echter, om massale adoptie in de financiële sector mogelijk te maken, moeten wetgevers snel duidelijke kaders scheppen. Dit voorkomt dat innovatie wordt belemmerd door fiscale onzekerheid. Voor de gebruiker betekent dit dat zij moeten anticiperen op toekomstige belastingwijzigingen en documentatie nauwkeurig moeten bijhouden. De financiële internetrevolutie is bezig, maar de fiscale afdeling loopt nog achter de feiten aan, wat een risico vormt voor zowel de belastingdienst als de belastingplichtige.