Verwarring tussen verhuurd en verhuurt
In de Nederlandse taal komen we regelmatig werkwoorden tegen die qua klank bijna identiek zijn, maar die je op verschillende manieren moet gebruiken. Een veelvoorkomende fout is het verwarren van 'verhuurd' en 'verhuurt'. Hoewel ze op elkaar lijken, betekenen ze niet hetzelfde en horen ze op een andere plek in een zin thuis. In dit artikel leggen we het verschil uit en geven we voorbeelden zodat jij er straks geen fout meer mee maakt.
Wat betekent 'verhuurt'?
Tegenwoordige tijd van het werkwoord verhuren
'Verhuurt' is de tegenwoordige tijd van het werkwoord 'verhuren'. Je gebruikt het als je het hebt over iemand die op dit moment iets aan het verhuren is. Dit vorm gebruik je wanneer het onderwerp van de zin in de derde persoon enkelvoud staat, zoals 'hij', 'zij' of 'het'.
Voorbeeld: Hij verhuurt zijn appartement aan een student.
In deze zin geeft 'verhuurt' aan wat iemand nu doet. Het is dus een werkwoordsvorm in de tegenwoordige tijd.
Wat betekent 'verhuurd'?
Voltooide tijd van het werkwoord verhuren
'Verhuurd' gebruik je in de voltooide tijd. Je herkent deze vorm meestal aan een combinatie met het werkwoord 'hebben' of 'is'. Het betekent dat het verhuren al gebeurd is; het is voltooid. Het is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'verhuren'.
Voorbeeld: Hij heeft zijn appartement vorig jaar verhuurd.
In deze zin vertelt 'verhuurd' dat de actie (het verhuren) al heeft plaatsgevonden.
Veelgemaakte fouten in gebruik
Doordat beide vormen zo op elkaar lijken en hetzelfde klinken in de spreektaal, worden ze vaak door elkaar gehaald in geschreven tekst. Vooral op sociale media of in e-mails zie je veel mensen de fout maken om 'verhuurd' te gebruiken als ze eigenlijk 'verhuurt' bedoelen, en andersom.
Let daarom altijd op de tijd van de zin. Gaat het over iets dat op dit moment gebeurt? Dan kies je voor 'verhuurt'. Gaat het over iets dat al gebeurd is? Dan is 'verhuurd' de juiste keuze.
Hoe onthoud je het verschil?
Een handige truc is om jezelf af te vragen: “Is het iets wat nu gebeurt, of is het al gebeurd?” Koppel het werkwoord dan aan de juiste tijd. Bovendien kun je het werkwoord vervangen door een eenvoudiger werkwoord, zoals 'maken'. Vergelijk:
Hij maakt soep (huidige tijd) → Hij verhuurt een huis.
Hij heeft soep gemaakt (verleden tijd) → Hij heeft een huis verhuurd.
Door dit hulpschema toe te passen voorkom je fouten en gebruik je beide vormen correct.
Samenvatting
'Verhuurt' gebruik je als tegenwoordige tijd, als er iemand op dit moment iets doet. 'Verhuurd' is het voltooid deelwoord en gebruik je als iets al gebeurd is. Onthoud dit en controleer je zinnen goed zodat je dit werkwoord voortaan zonder fouten gebruikt.
